Werkwijze

De methode die ik als filosofisch practicus volg heeft als doel de bezoeker – degene die individuele gesprekken komt voeren bij de practicus – zijn denken te laten onderzoeken. Een probleem, kwestie of onderwerp waar de bezoeker zelf mee zit is daarbij het vertrekpunt en werkt als brandstof om het denken aan de gang te krijgen. Die brandstof – of alledaagser: motivatie – is nodig, want je denken onderzoeken is niet makkelijk. Tijdens het gesprek vormt het onderwerp van de bezoeker NIET het onderwerp van gesprek. Onderwerp van gesprek is het denken van de bezoeker. De bezoeker gaat denken-over-zijn-denken.

In dat denkonderzoek wordt het denken van de bezoeker uitgeplozen. We bevragen vaste denkgewoonten. We nemen begrippen die een belangrijke rol spelen onder de loep. Vooronderstellingen worden onderzocht. De bezoeker stuit door dit onderzoek op de rand van zijn denken. Die rand, de grens van het weten en het niet-weten, wordt verder onderzocht. Het niet-weten wordt steeds preciezer. We verfijnen en slijpen het denken.

Radicaal anders dan bij andere professionals met wie je kunt gaan praten (psycholoog, coach, therapeut) is dat de filosofisch practicus zich niet richt op een oplossing, antwoord of uitkomst. Het gaat om het ontwikkelen van het denken van de bezoeker, antwoorden zijn slechts tijdelijk. Die ontwikkeling drukken we uit, elk gesprek weer, in een vraag. We sluiten het gesprek af met een vraag die verwoordt wat de bezoeker op dat moment niet-weet.

Ik ben opgeleid en gecertificeerd als filosofisch practicus aan de Internationale School voor Wijsbegeerte in Leusden. Deze opleiding wordt gegeven door Harm van der Gaag, de grondlegger van wat de Gilde-methode is gaan heten. De opleiding is geaccrediteerd door Cedeo, NRTO en de Algemene Nederlandse Vereniging voor Wijsbegeerte. Ik ben als gezel lid van het Gilde van Filosofisch Practici.